Op onze wandelingen in Zweden zien we vaak een toiletgebouwtje. Als je het open doet zie je een plank met een gat, soms voorzien van een deksel en heel soms een heuse toiletbril. Meestal zijn ze voorzien van een hartvormig gat in de deur. Ons valt op dat ze doorgaans schoon zijn. Het enige nadeel is de onmiskenbare geur tijdens warme zomers. Je behoefte landt in een ton, kuil of gewoon op de grond.
Vroeger bestonden er nog geen toiletten en zocht men een geschikte plek in de tuin, het bos of het veld en deed daar zijn behoefte. Op het dunbevolkte platteland was dit niet zo’n groot probleem. In Stockholm daarentegen was het schoonhouden van de stad toen al een groot probleem omdat men gewoon alles op straat gooide. In de 14de eeuw vaardigde koning Magnus Eriksson een wet uit die bepaalde hoe in steden een toilet gebouwd moest worden. Zo mocht een toilet niet naast het huis van de buren of aan de straat gebouwd worden. Deed je dat toch dan kreeg je een boete en moest je het gebouwtje afbreken. Ook mocht je niet je mest naar de tuin van de buren schuiven.
Een van de meeste bijzondere hemlighus in Zweden is dat van de Von Echstedska Gården
In de loop der tijd werden toiletgebouwtjes steeds gebruikelijker. Onder het gebouwtje was een kuil gegraven. Was de kuil vol dan verplaatste men het gebouwtje. Later plaatste men een ton onder het gat die geleegd werd als die vol was. Het toilet zelf bestond uit een plank met twee of drie gaten. Dit toilet werd hemlighus genoemd, letterlijk “geheimhuis”. Het ging er toen niet om dat men zijn behoefte in het geheim of stiekem wilde doen maar dat in het hemlighus geheimen werden gedeeld. Op het toilet kon je rustig met iemand praten zonder dat anderen meeluisterden. Zo konden ouders in alle rust geldzaken bespreken en andere dingen die niet bestemd waren voor de kinderen of het personeel. Ook jongeren maakten gebruikt van deze mogelijkheid om geheimen te delen. Waarschijnlijk vond men het ook prettig om in donkere nachten samen naar het toilet te gaan.
Het Zweedse woord voor toilet is toalett, afgekort tot toa. Een andere naam voor toilet is dass. Het woordje dass komt uit het Duits, het is een verbastering van “Das Haus” (Het huis). Andere Zweedse woorden voor toilet zijn: mugg, utedass, bajamaja en avträde.
Tegenwoordig zijn de huizen in Zweden voorzien van moderne toiletten. Een enkel zomerhuisje is nog voorzien van een buitentoilet, utedass. Onderweg zien we bij parkeerplaatsen toiletgebouwtjes met toiletten die in de winter aangenaam verwarmd zijn. Onze ervaring is dat in Zweden in geval van hoge nood een toa niet ver weg is.