Als je door Zweden rijdt zie je af en toe een soort van paal op een keurig gestapelde steenhoop staan. Als je beter kijkt zie je dat het niet zomaar een paal is, er staat een tekst op, bijv. 1/4 mil en soms een jaartal en een wapen. Soms zijn de palen van steen en soms van gietijzer. Deze mijlstenen, mijlpalen, zijn oude wegmarkeringen. De oudste mijlpalen waren van hout, later is men die van steen gaan maken omdat dat veel langer meegaat. In de 19de eeuw verschenen ook gietijzeren varianten.
De geschiedenis van de mijlpalen gaat ver terug. Vroeger reisden niet zoveel mensen, het waren vaak postruiters, soldaten en rijksambtenaren. De “gewone” mensen bleven in hun dorp en bezochten hoogstens een jaarmarkt in een dorp verderop. Als ze door het land reisden zonder paspoort konden ze zelfs opgepakt worden wegens landloperij. In die tijd waren boeren verplicht om reizigers kosteloos van eten, drinken en onderdak en zelfs verse paarden te voorzien. Ondanks de verplichting waren de logies nogal van verschillend niveau. Een reiziger at mee met de pot en sliep op de vloer of bij de bewoners in bed.
De mijl was toen ook maar een afstandsaanduiding en er zaten nogal wat verschillen in de lengte van een mijl. Zo was een Smålandsmil 7.000 meter, een Västgötamil 13.000 meter en een Dalamil 14.485 meter. Aangezien er weinig mensen reisden maakte een metertje (die bestond toen nog niet) niet zo veel uit.
In het midden van de 17de eeuw werd deze situatie onhoudbaar. Er werd steeds meer centraal bestuurd, er werd meer gereisd en de kosten voor de boeren om al die reizigers te ontvangen werden te hoog. Op dat moment ontstond de behoefte aan een eenduidig systeem om afstanden te meten.
In 1649 is de gästgivarordning (vrij vertaald: herbergregeling) ingevoerd en daarmee ook de riksmil. De riksmil was 10.689 meter. De waarde lijkt onlogisch maar een riksmil is gelijk aan 18.000 aln (el). Op basis van de riksmil kon men nu ook reiskosten bepalen en boeren hoefden geen gratis onderdak meer te bieden aan reizigers. Er werd ook bepaald hoeveel paarden er beschikbaar moesten zijn voor reizigers.
Een mes, vork of lepel mag geen etensresten van de vorige maaltijd bevatten
Rond 1700 ontstonden er steeds meer “echte” herbergen (gästgiveri) en in 1734 is de regeling verder aangescherpt. Er moest een aparte ruimte voor reizigers komen en een fatsoenlijke eetgelegenheid. Ik vond een paar regels die nu alledaags lijken maar die toen blijkbaar erg belangrijk waren:
- Een mes, vork of lepel mag geen etensresten van de vorige maaltijd bevatten
- Als je een servet aanbiedt moet het schoon zijn
- Snij brood niet dikker dan 1/4 duim
- Serveer geen bedorven boter of eieren
- Verwijder alle sigarenstompen uit de bloempotten
- De poten van een stoel, tafel of bed moeten goed zijn zodat ze geen steun nodig hebben van een muur
- Hou de ruimte voor reizigers warm ook als er even geen reizigers zijn.
Als je de regels bekijkt vraag je je af of je vroeger wel wilde reizen en als je nu een gästgiveri, herberg of B&B hebt hoop ik dat deze punten geen verrassing zijn.
In 1889 is het metrieke systeem ingevoerd en is één mil, de nymil (nieuwe mijl), vastgesteld op 10.000 meter. Hier en daar zijn toen nieuwe mijlpalen geplaatst en op een enkele plaats zelfs kilometerpalen. In 1933 is de gästgivarordning officieel afgeschaft. Toch zie je regelmatig nog een bord “gästgiveri” en doen ze dienst als restaurant, hotel of B&B.
Heel leuk en leerzaam artikel over de mijlpalen!
interessant! Met plezier gelezen.