traditioneel worden er in Zweden in de periode rond kerst, lussekatter gegeten, saffraanbroodjes met twee rozijnen. Ze worden in verschillende vormen gemaakt maar de meest voorkomende is de S-vorm. Volgens de Zweedse mythologie stelt het broodje een afbeelding van de lievelingskat van de godin Freya voor. Andere verhalen zeggen het dat een afbeelding van de duivel, Lucifer, in kattengedaante is. Waarschijnlijk heten ze daarom in sommige delen van Zweden “dövelskatter” of “dyvelkatter” (duivelskatten).Lussekatter hebben een aparte smaak, eerst proef je zoet en even later de kruidige smaak van de saffraan. Ze zijn ietwat droog en worden vaak met een glas glögg of een beker warme chocolademelk gegeten.
Let op, in Nederland zit saffraan vaak verpakt in buisjes van 0,05 gram hier heb je er dus 10 van nodig.
Ingrediënten
voor 20 lussekatter
- 25 gram verse gist
- 0,5 gram saffraan
- 100 gram boter of margarine
- 2,5 dl melk
- mespunt zout
- 50 gram suiker
- 500 gram bloem
- 1 losgeklopt ei
- rozijnen voor de garnering
- 1 ei voor het bestrijken
- bakpapier
Bereiding
Vermaal de saffraan samen met 1 theelepel suiker bijvoorbeeld in een vijzel of los het op in een beetje melk.
Verkruimel de gist in een kommetje. Smelt de boter in een pannetje en voeg de melk toe en verwarm dit geheel tot 37 graden (niet warmer anders dood je de gist). Giet een beetje van dit mengsel bij de gist en roer totdat de gist is opgelost en giet de rest in een beslagkom. Gebruik je instant gist in plaats van verse gist, meng deze dan niet door het melk/boter mengsel, maar direct door de bloem heen. Voeg het gistmengsel, de saffraan, het ei, de suiker en het zout toe en meng alles goed. Voeg hierna de bloem in gedeeltes toe en kneed het deeg totdat het loslaat van de kom en je een soepel deeg hebt, voeg eventueel iets extra bloem toe wanneer het deeg plakkerig blijft.
Leg een schone (vochtige) theedoek over de kom en laat het 30-45 minuten rijzen totdat het deeg in volume verdubbeld is.
Bestuif je keukenblad met wat bloem en kneed het deeg nog even licht door. Deel het deeg in 20 gelijke stukken en rol elk deel uit tot een worst van ongeveer 25 centimeter. Leg deze worst in de vorm van een “S” op een met bakpapier bekleed bakblik en laat ze opnieuw 20-30 minuten onder de theedoek rijzen.
Verwarm de oven voor 200 graden en klop het ei los. Bestrijk de lussekatter met het losgeklopte ei en druk de rozijntjes in de “krul” van de S.
Bak de lussekatter in de voorverwarmde oven in ongeveer 10 minuten gaar en goudgeel.
